Spanje is een land dat langzaam en laat op gang komt. Het is het land van de siësta, een toevluchtsoord voor fijnproevers en nachtbrakers, liefhebbers van geschiedenis, religieuze pelgrims en iedereen die geen haast heeft om iets te bereiken. Lees onze 5 tips voor een vakantie in Spanje, met mooie foto’s en herinneringen.
1. Neem een pauze aan de Costa del Sol.
Ontspan op het strand en geniet van de relaxte levensstijl waar Spanje bekend om staat. Dit deel van Zuid-Spanje staat bekend als de Zonnekust en staat bekend om zijn stranden, nachtleven… en massa’s toeristen. Let wel op, als toerist moet je het fcs formulier Spanje invullen en meenemen. Dit formulier wordt altijd gecontroleerd bij aankomst.
Dat gezegd hebbende, Costa del Sol is een geweldige plek om heerlijke zeevruchten te eten in kustrestaurants, deel te nemen aan watersporten in het kristalheldere water, te nippen van cocktails bij zonsondergang, en te ontspannen op prachtige stranden.
Malaga is een van de populairste toeristenplaatsen langs de kust, hoewel ik geloof dat er verderop langs de kust betere opties zijn. Een verzameling van interessante dagtrips vanuit Malaga vindt u hieronder. Bezoek Malaga in het laagseizoen om de drukte te vermijden. Het zal minder druk zijn omdat het weer dan nog warm is.
2. Ga naar Valencia.
Valencia is een fantastische stad. Ik kwam aanvankelijk niet voor een specifieke reden naar Valencia; ik kwam alleen voor het tomatengevecht in het nabijgelegen Buol (de meeste deelnemers gebruiken Valencia als uitvalsbasis tijdens het festival). Valencia, aan de andere kant, groeide met me mee toen ik door de stad toerde. Je vindt er heerlijke zeevruchten, een speciale lokale paella, en een populair voetbalteam. Het was oorspronkelijk een Romeinse stad en was ooit de hoofdstad van Spanje. Met antieke straten, futuristische musea en een prachtige promenade langs het strand, is het een prachtige stad die het verleden en de toekomst in evenwicht houdt.
3. Maak een wandeling langs de Camino de Santiago
De Jakobsweg, vaak El Camino de Santiago genoemd, is een prominente pelgrimsroute die loopt van de Franse grens naar Santiago de Compostela in Noordwest-Spanje. De tocht is 800 kilometer lang (500 mijl) en neemt ongeveer een maand in beslag. Mei-juni of september-oktober zijn de beste maanden om de Camino te lopen (juli en augustus zijn beide erg populair en erg heet). Als u de tijd heeft, is het een fantastische kans om het land en enkele van de minder bereisde regio’s van Spanje te zien. Natuurlijk, als u gewoon wilt zien hoe het is voor een dagwandeling, kunt u delen ervan lopen.
4. Maak een wandeling door Sevilla
Sevilla is een prachtige stad met prachtige kerken en historische gebouwen. De Joodse wijk en het monument gewijd aan de vele regio’s van Spanje spraken mij erg aan. Het heeft ook een heerlijke keuken en is beroemd om de flamencodans. Het is onmogelijk om Zuid-Spanje te bezoeken zonder hier een paar dagen door te brengen!
5. Ga naar Gibraltar.
Gibraltar, dat op het Iberisch schiereiland ligt en aan Spanje grenst, is sinds 1713 een Brits overzees gebied. De 426 meter hoge kalksteenberg die het eiland domineert, staat bekend als “De Rots”. Er is hier ook een ongewone culturele mix, met elementen uit het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Noord-Afrika. Het is een klein stukje land met genoeg te zien en te doen om een kort bezoek de moeite waard te maken, met het hele jaar door zonnige dagen, uitzicht op twee continenten, wilde dieren in overvloed (waaronder apen en dolfijnen), en tal van stranden en grotten om te verkennen.